Likeur

De naam likeur is afkomstig van het Latijnse woord ‘Liquefacere’, wat ‘vloeibaar maken’ betekent. Van oorsprong werden geneeskrachtige kruiden opgelost in alcohol, om als medicijn te gebruiken. Raymond Lully, een monnik, geloofde sterk dat het ‘levenswater’ een geschenk van god was.

Griekse middeleeuwen

Tijdens de Griekse middeleeuwen, vervulden veel monniken de taak van huisarts en apotheker. Vele likeuren werden hierdoor bedacht in de middeleeuwse kloosters. Naarstig werd er gezocht naar een medicijn dat het eeuwige leven zou garanderen. Alle kruiden en planten die bedoeld waren voor medisch gebruik, werden in de kloostertuinen verbouwd.

Geneeskrachtige drankjes

Om een smaak te geven aan de geneeskrachtige drankjes, was het van belang om hier iets aan toe te voegen. Pas na de ontdekking van Azië en Indonesië, en de kolonisatie van Amerika en West-Indië kwam er een vloed van nieuwe kruiden beschikbaar. VOC-schepen namen goedkope suiker van suikkerriet, koffie, cacao, kaneel, gember, vanille, bananen, sinaasappelen, mango’s en dergelijke mee voor de monniken, die dit verwerkten in nieuwe recepten.

Aangezien veel fruitsoorten bedierven tijdens de lange reis, werd er geprobeerd om sinaasappelen op alcohol te zetten waardoor de sinaasappelen behoed werden van bederving en tegelijkertijd de harde smaak van alcohol verdoezeld werd. Vanwege de harde en bittere smaak, werd er rietsuiker toegevoegd. De likeur was geboren.

Hollandse kooplieden

Rond 1600 brachten Hollandse kooplieden verschillende specerijen, kruiden en suiker mee naar de stapelplaats Amsterdam, van waaruit de distributie door heel Europa verzorgd werd. Met het toevoegen van nieuwe kruiden, experimenteerden Amsterdamse monniken voor medicinale toepassingen. De productie werd overgenomen door de toenmalige commercie, waardoor tijdens de VOC-tijd vooral in Amsterdam vele likeurstokerijen ontstonden die Nederland beroemd hebben gemaakt.

Receptuur

Een likeur kan samengesteld zijn uit onderstaande grondstoffen en ingrediënten:

• Gedistilleerd water;
• Een vorm van alcohol;
• Kruidendistillaten of extracten;
• Suiker of een andere zoetstof (bijv. honing);
• Vruchtensap;
• Smaakstoffen;
• Kleurstof;
• Aroma’s;
• Room of andere melkproducten;
• Andere dranken, zoals wijn, rum, cognac of whisky.

Tijdens het samenstellen van de likeur dienen de ingrediënten in een bepaalde volgorde bij elkaar gevoegd te worden. Dit dient om er voor te zorgen dat verschillende stoffen niet blijvend scheiden. Eerst wordt de suiker in water opgelost bij een temperatuur tegen het kookpunt. Dit mag echter niet karamelliseren. Het mengsel blijft een paar dagen staan om af te koelen, waarna de overige ingrediënten worden toegevoegd. Om een volkomen harmonisch geheel te verkrijgen, wordt de drank minstens enkele weken gelagerd. Tijdens deze lageringsperiode zakken eventuele vaste stoffen